Verhalen en gedichten
WINNAAR REISVERHALENWEDSTRIJD
GELE OGEN
BESCHRIJF JE MEEST ONVERGETELIJKE VAKANTIE, VROEGEN WIJ ENKELE MAANDEN GELEDEN IN J/M. VOOR DE BESTE INZENDINGEN WAREN ER DRIE PRIJZEN: RESICHQUES VAN DJOSER TER WAARDE VAN RESPECTIEVELIJK 2000, 1000 EN 500 EURO. EN DE WINNAAR IS: LIAN HEIJS! ZIJ SCHREEF OVER HAAR KAMPEERERVARINGEN IN FRANKRIJK
EEN ENORM HEKWERK DOEMT VOOR ONS OP. Geen beweging in te krijgen. Wat nu? Geen mens te zien, wel een bel. Krakend klinkt een stem uit een intercom: ‘Une moment!’ We genieten van de aanblik van het kasteel in de verte: hier gaan wij vakantie vieren. Een kasteelcamping met vele hectares parkachtig kampeerterrein.
ER VERSCHIJNT EEN OPMERKELIJKE figuur: Louis, een man van minstens zeventig, spierwit haar, blue tooth opvallend in het linkeroor, gekleed in een smetteloos wit trainingspak en, geheel in stijl, witte crocs. ‘Pur la securité, tout pour la securité des enfants’, verontschuldigt hij zich terwijl hij onze kinderen zorgzaam toeknikt. Een enorme sleutel glijdt in het hangslot en Sesam opent zich. Louis blikt de campingbeheerder, tevens zelfbenoemd erfgenaam van het kasteel, en van adellijke bloede. Hij is levenslustig en heeft een groot hart. Tussen hem en onze Daantje klikt het meteen, Hij vindt haar ‘très gentile’, zij hem een ‘lieve opa met wie ze later wil trouwen.’
NA DE NODIGE plichtplegingen dirigeert Louis ons met onze drie kinderen naar zijn stokoude Peugeot. Hij zal ons persoonlijk rondleiden over het terrein. Als we in de auto gaan zitten, stijgen er enorme stofwolken op. Gelukkig ontbreken de autoruiten zodat we toch frisse licht binnenkrijgen. Met slippende banden gaat het richting kampeerterrein. Daar blijkt Louis een waar fenomeen: hij wordt enthousiast begroet, heeft voor ieder een hartelijk woord, een goedbedoeld advies, hij zwaait naar links, groet naar rechts. En laat heen gelegenheid onbenut om te benadrukken dat in alles gedacht is aan la securité des enfants. ‘Pas op!’ roep ik, want Louis die via het linkerportier een geanimeerd gesprek voert met een campinggast geeft ineens plankgas. Twee volwassenen, van rechts komend, springen nog net opzij.
WE ZIJN GECHARMEERD VAN de prachtige omgeving en kiezen een kampeerplek bij een plataan, die gedeeltelijk overwoekerd blijkt door brandnetels. Maar vooruit, je moet niet overal moeilijk over doen. Ook niet over het onverwarmde zwembad zonder trapje, de overbevolkte karpervijver zonder omheining, de open vuren in het aanpalende bos waarin Louis zijn afval verbrandt en de Daantje acuut doen besluiten om later brandweervrouw te worden. En wat te denken van de afgrond zonder afrastering? Pas de problème! Er is noodgevallen altijd een arts inde buurt, namelijk de vrouw van Louis die dagelijks het sanitairgebouw schoonmaakt. Geen zorgen, gewoon genieten! Dat doen we dan ook volop in de drie weken die volgen.
Helaas loopt Daantje een hepatitisinfectie op. Haar huid en oogwit worden geel en vanwege besmettingsgevaar mag ze na de vakantie niet naar school. Moeilijk als je net 4 bent! Gelukkig herstelt ze binnen enkele weken. ‘Gele ogen’. En ‘tout pour la securité!’ roepen bij ons warme herinneringen op aan deze vakantie, waar bijna niets was zoals je zelf zou verzinnen!
tekst: Lian Heijs, 2012
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
TOESPRAAK
GEHOUDEN BIJ HET AFSCHEID VAN EEN BIJZONDERE VROUW
Lieve oma,
Ik zie u zo voor me, gekleed in een jurk tot net onder de knie, daarover het onafscheidelijke keukenschort en vaak een vest. Grijze wollen sokken in de klompen, de haren in een knot met hier en daar wat door de wind losgewaaide plukken. Voorovergebogen in de moestuin, of terwijl u de was ophing aan de lange waslijn, bij het grasveld aan de Ten Holtheweg. Daar waar we als kleinkinderen altijd heerlijk speelden. Ja, op het grasveld náást het huis. Niet voor het huis, want dat was bijna heilige grond namelijk Het Gazon. Daar mocht niet op gelopen, laat staan op gespeeld worden.
LANGER GELEDEN, IN DE POLDER. De drie pruimenbomen naast het huis, de moestuin, en de voorraadkelder in de keuken. Planken vol potten gevuld met ingemaakte groenten en gedroogd fruit. De typische geur van het kokendhete water uit de boiler. Soms was er geen warm water meer aan het eind van de dag. Op Tweede Paasdag met de buks schieten op lege blikjes of luciferdoosjes, maar alleen de mannen want zo ging dat in die tijd. Broeken vond ze ook jarenlang maar niks: “Dat is toch geen gezicht voor een vrouw!”
Ze was een goede gastvrouw, ook voor degenen die werkten op de boerderij. Het warme eten werd opgediend in schalen. Dampende aardappelen, lekker vette jus, verse sperziebonen, witlof, een goed stuk vlees. Al het serviesgoed natuurlijk Boerenbont. En na het eten koffie.
SAMEN MET OMA ging ik een keer een cake bakken. En wat is voor een kind het lekkerste van iets bakken? Juist, het snoepen uit de beslagkom en het aflikken van de deeghaken. Oma wist me er in één keer van te overtuigen nooit de deeghaken af te likken terwijl de stekker van de mixer nog in het stopcontact zat. Want, zo vertelde ze op gewichtige toon, er was iemand uit de kerk en die had een dochter en die had dat een keer gedaan. Ze drukte de mixer per ongeluk aan en daardoor was haar tong in de deeghaken vastgedraaid en helemaal beschadigd. Het was ‘ve-skrikkelijk’, het meisje moest geopereerd worden… geen detail bleef me bespaard. Het schiet me nog altijd door het hoofd als ik de mixer gebruik.
VOORLEZEN KON ZE ALS GEEN ANDER. Zittend op de rand van het logeerbed las ze voor. Van Grote Bertus en kleine Bertus, Het wegje in het koren en van Bob en Bep en Brammetje. Haar intonatie en de zorgvuldigheid waarmee ze voorlas verraadden ook haar eigen plezier. Ze maakte nooit leesfouten en liet je als het ware verdwijnen in de wereld van WG van der Hulst.
Ook van oma: “Niet aan je mes likken, dat is vies! Geef maar hier dan pak ik een schone voor je” om vervolgens hoofdschuddend naar de keuken te lopen om een schoon mes te halen.
Roomboter, Bebogeen, suikerbrood. Het Vrouwtje van Stavoren, chocoladeboter, zuring met krenten. Helpen met koperpoetsen. ’s Morgens in alle vroegte in de polder het geluid van de zoemer onder het raam van de logeerkamer, en van de melkmachine. Het molentje met de verlichte, echt draaiende wieken dat ‘Tulpen uit Amsterdam’ speelde.
“O Vader, Die al het leven voedt, kroon deze tafel met Uw zegen, en spijs en drenk ons met het goed, door Uwe milde hand verkregen.” Haar lezen uit de Bijbel met de zelfgemaakte hoes. Het zijn heerlijke herinneringen.
OMA WIST OVERAL IETS VAN. Van praktische kennis over tuinieren, koken en bakken (ik leerde van haar jam maken en oliebollen bakken) tot kerkelijke zaken en politiek. Zij was een intelligente, krachtige vrouw. Dol op lezen, puzzelen en verzamelen. En denk niet dat zij iets te veel betaalde voor wat ze graag wilde hebben. Tijdens menig rommelmarktbezoek zag ik haar afdingen. Van een kwartje maakte zij een dubbeltje. En anders ging het over. “Dat doe ik niet heur, dat is mie vuuls te duur!”
Ze verzamelde een eigen bibliotheek. En ook een schat aan ‘schoentjes’, altijd leuk voor haar verjaardag of om als verrassing mee te nemen tijdens een bezoekje tussendoor. En ze was geïnteresseerd in koningshuizen. Wie herinnert zich niet de enorme collectie Vorsten op de bovenverdieping?!
Met oma deed je ook spelletjes. Het begon met memorie en daarna volgde Scrabble waarbij het niet ging het om het spel maar om de knikkers. Want oma ging voor de winst ongeacht je leeftijd. Ze scrabbelde met het puzzelwoordenboek in de aanslag. Wie kent er niet ‘de Japanse munteenheid’ beginnend met Y? Het ladderraadsel, de ND-puzzelkrant aan het eind van het jaar. Ach oma, u was zo veelzijdig.
OPA NOEMDE HAAR SOMS LIEFKOZEND 'PUK'. Zij had met hem iets minder geduld.
“Ach Arie, schíet nou toch eens op!” Met haar lange jas aan, schoudertas in de aanslag, stond ze te wachten tot opa eens een keer uitgepraat zou zijn… Op een zondagochtend zaten mijn broertje en ik met oma te wachten in de Citroën BX. We moesten naar de kerk, de tijd begon te dringen. Maar opa, onze chauffeur, was in geen velden of wegen te bekennen. Hij moest nog binnen zijn, maar wat hij aan het doen was? Oma zat te briesen van ongeduld.
“Waor bleef ie nou toch?” riep ze uit toen hij in alle rust kwam aanlopen. Wat bleek: opa had zich te haastig geschoren, zich in zijn hals gesneden en bloedde als een rund. Daar moest een pleister op. Zo klein mogelijk want ja, hij was ouderling, hij had dienst en zou dus vooraan in de kerk moeten zitten waar iedereen hem zou zien. En er moest geen bloedvlek in zijn blouse komen want die kreeg zíj er immers nooit meer uit. Weloverwogen, consciëntieus kon hij zijn. De pleister moest dus vrijwel onzichtbaar geknipt worden, maatwerk, en daar had hij uitgebreid de tijd voor genomen. Oma zuchtte vol onbegrip, zat hoofdschuddend met haar schoudertas op schoot op de bijrijdersstoel. Opa glimlachte, knipoogde via de binnenspiegel naar ons op de achterbank en startte de Citroën. En daar kwam het magische moment: de achterkant van de auto kwam omhoog. We konden vertrekken.
Wat hebben ze het in het dorp goed gehad. Ook toen oma in 1989 alleen achterbleef en er bleef wonen tot het moment dat ze niet meer in een vloeiende beweging ‘de bult’ naar de stad op kon fietsen maar moest afstappen voordat ze boven was. Toen was het klaar, en verhuisde ze naar de stad. Het bracht niet wat ze had verwacht, best moeilijk, ook voor haar kinderen.
WAT TOEN VOLGDE IS RECENTE GESCHIEDENIS. Oom en oma betrokken hier samen deze prachtige plek en oma bloeide weer helemaal op. Wat was ze hier tevreden. Haar eigen plekje, de toegewijde mantelzorg. Het Nederlands Dagblad in de bus, de krant die ze spelde van begin tot eind, op den duur met haar loupe. En altijd als je hier kwam zat ze te breien. De vonken vlogen bijna van de pennen, zo druk was ze ermee. Hoeveel wol zou ze verwerkt hebben? Het moeten kilometers zijn geweest. Kleedjes en kussenhoezen, sjaals en sokken, mutsjes voor op Smoothie-flesjes. Voor arme kinderen, voor Oost-Europa, voor eenzame ouderen. Ze deed wat ze nog kon op haar hoge leeftijd, en was daarmee van betekenis, ook voor mensen die ze niet eens kende. En ze bleef lang belangstellend naar ons en ook naar onze kinderen. Onze jongste zei: “Oma was wel duidelijk. Ze was aardig maar je wist precies wat ze wel en niet goed vond. Ze was eh… pittig.” Herkenbaar?!
Een aantal keren waren wij hier als gezin in huis. Ze genoot van de gezelligheid al vond ze het ook druk, al die geluiden. Toen we een hond kregen, besloten we haar daar niet mee lastig te vallen en via de voordeur het huis in en uit te gaan in plaats van achterom. Toen oma en ik op een avond samen stonden af te wassen draafden de kinderen met de hond rondjes om het huis en kwamen ook voor het keukenraam langs.
“He, waar hebben die kinderen die hond nou ineens vandaan gehaald?” mompelde ze. Toen ik zei dat die hond al een paar dagen in huis logeerde omdat het onze hond was keek ze me aan met een blik die boekdelen sprak: “Mij maak je echt niks wijs, hoor.” We lieten het erbij.
OOGDRUPPELS, CALCIUMTABLETJES EN EEN VITAMINEPILLETJE, dat waren de enige middeltjes die ze nodig had. Wat een sterke vrouw! Het laatste jaar was wel intensief qua zorg. En toen was daar afgelopen vrijdag de dag waarvan we allemaal wisten dat die eens komen zou. Maar wanneer? Het leek bijna of het eeuwig leven voor haar op aarde al was begonnen: ze werd 96 jaar oud! Toch kwam het overlijden onverwacht en snel. Begin van vrijdagmiddag reed ik samen met mama naar haar toe. Stond ik bij haar bed. Daar lag ze, diep in slaap, ze zag er vredig uit. Buiten schitterde de zon aan een hemelsblauwe lucht en floten de vogels het hoogste lied. Binnen heerste rust. Wat een prachtige dag om naar Huis te gaan.
Wat geweldig dat wij zo lang een oma mochten hebben, en jullie je moeder en schoonmoeder.
“Geef dat onze ziele
niet aan dit vergankelijk leven kleev’
maar alles doe wat Gij gebiedt
en eind’lijk eeuwig bij U leef…”
Lieve oma. U bent eeuwig Thuis. Bedankt voor alles.
tekst: Lian Heijs, april 2020
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Woorden geef ik jou,
vol warmte en kleur,
van liefde en hoop,
die jou kunnen omarmen
voelend als een dekentje
dat zacht om je schouders valt
zo zacht
© 2020